Afstandsonderwijs

Afstandsonderwijs

Asynchrone computerconferenties, sociaal constructivisme en samenwerkend leren op afstand zijn belangrijke concepten in e-learning. Asynchrone online leeractiviteiten vergroten de flexibiliteit en toegang. Het kan ook de kwaliteit van het leren verbeteren.

Inleiding Het leven blijft in een snel tempo veranderen. De wereldwijde kennisbasis groeit exponentieel en elektronische massacommunicatiemiddelen groeien nog sneller. Het internet werd in 1993 voor het publiek beschikbaar gesteld. Toegang tot bijna alle informatie is nu voor iedereen “een klik” verwijderd. Het proppen en reproduceren van informatie is in het informatietijdperk van minder belang. Informatievaardigheden – het vermogen om relevante, valide en betrouwbare informatie te zoeken, kritisch te beoordelen en te gebruiken bij het oplossen van problemen is een belangrijke vaardigheid. De pedagogiek moet zich aanpassen aan deze nieuwe realiteit. De meeste hedendaagse leraren werden zelf blootgesteld aan een traditioneel soort lesgeven, waarbij de professor een “wijze op het podium” was met toegang tot de “objectieve waarheid daarbuiten”, die als een op zichzelf staande entiteit bestond. De studenten werden beschouwd als passieve, ‘lege vaten’ die de professor; de Autoriteit, zou vullen door zijn onderwijs. Onderwijs voor het industriële tijdperk werd in vereenvoudigde bewoordingen vaak als goed genoeg beschouwd als studenten konden lezen, proppen en reproduceren voor een examen. Ze werden toen gezien als in staat instructies te ontvangen en uit te voeren in een min of meer gemechaniseerde industriële samenleving. Hogere vormen van reflectie en creativiteit waren niet vereist en in de regel ook niet gewenst. De student die de juiste antwoorden op de test kon napraten, kreeg de hoogste score. Een kleine elite van de bevolking werd getraind in het nemen van regie, verantwoordelijkheid, creatief zijn en het geven van instructies. Informatie was toen schaars, ‘de waarheid’ werd min of meer gegeven en de wereldorde vrij eenvoudig. Met het informatietijdperk, met een wereld die overloopt van bijgewerkte informatie op internet, is de tijd van zekerheid voorbij. De wereld is complex. “…Er is geen juist antwoord in de 21e eeuw. Wat je in de 21e eeuw moet kunnen, is kiezen uit concurrerende hypothesen en daarvoor de beste azen behalen. In de 21e eeuw moet je innoveren, in de 21e eeuw moet je uitvinden, met anderen kunnen samenwerken en voortbouwen op de best mogelijke strategieën, om de beste case naar voren te brengen voor je beroep, voor je bedrijf of wat dan ook” (Harasim, 2002). Met andere woorden: ‘Information literacy’ is minstens zo belangrijk als het uit het hoofd leren van stukjes informatie die het risico lopen volgende week verouderd te raken. Vergis je echter niet: studenten moeten nog een kennisbank opzetten. Zonder een goede kennisbank is het beoordelen van informatie onmogelijk en wordt het relatief: elk stukje informatie is net zo goed als het andere. Een toenemend probleem in het onderwijs is dat studenten die essays schrijven gewoon naar internet gaan, een zin hier kiezen, een alinea daar, kopiëren en plakken en deze fragmenten aan elkaar naaien zonder verder na te denken over validiteit, relevantie en betrouwbaarheid. Cruciaal in het informatietijdperk is het vermogen om onderscheid te maken tussen feiten, wetenschap en de beste beschikbare kennis aan de ene kant, ongekwalificeerde meningen, speculaties en propaganda aan de andere kant. Meningen, argumenten en informatie moeten substantieel zijn en worden ondersteund door kritisch beoordeelde bronnen. Wie dit niet begrijpt, verdwaalt onvermijdelijk in de oceaan van informatiefragmenten. Het doel is leren, niet technologie. Met snelle veranderingen in onze informatiebasis is er duidelijk behoefte aan permanente educatie. Hoger onderwijs kan niet langer alleen voor kleine elites zijn en gedistribueerd online onderwijs wordt gezien als een mogelijke oplossing voor het probleem van te veel aankomende studenten, te weinig docenten en te hoge kosten. Als gevolg daarvan hebben veel onderwijsautoriteiten de belangrijkste uitdaging in het moderne onderwijs gezien als een kwestie van technologie. Echter, “…technologie is niet waar het bij leren om draait. Leren gaat in wezen over verandering. Leren omvat veranderingen in attitudes, overtuigingen, capaciteiten, kennisstructuren en vaardigheden” (Steeples & Jones, 2002, p.xv). Het niet beseffen van het verschil tussen technologie en leren is waarschijnlijk de meest voorkomende verklaring voor de vele uitval van studenten bij verschillende online cursussen. Technologie kan slechts een deel van de oplossing zijn. De ervaring leert dat het de leraar niet kan vervangen en ook niet bepaald goedkoop is. Online bedrijfstrainingen, Massive Open Online Courses (MOOC’s) en andere initiatieven kunnen korte cursussen voor heel veel mensen beschikbaar maken. Onderwijs vraagt ​​echter meer dan alleen een korte cursus. Op weg naar sociaal constructivisme in afstandsonderwijs Er zijn grofweg drie generaties afstandsonderwijs. 1e generatie online onderwijs: de geavanceerde correspondentiecursus De eerste generatie kan worden omschreven als het traditionele correspondentieonderwijs, met brieven en boeken die per post worden verzonden, maar de mogelijkheid van e-mailcorrespondentie tussen leerling en docent. Er zou geen geplande interactie zijn tussen de studenten, die zouden kunnen beginnen, afronden of vertrekken wanneer ze maar wilden. De leerling kon de tijd nemen die hij/zij wilde. Geen studentencohort om te volgen. De tweede kan worden beschreven

No Comments

Leave a Reply